Lydia van Ginkel beschrijft dat na Jezus’ opstanding een nieuwe fase aanbreekt. ‘Het fysieke werk van Jezus op aarde zit erop’, Hij gaat terug naar de Vader en stuurt ons de Heilige Geest. Lydia legt uit dat de Hemelvaart van Jezus is vastgelegd in Handelingen. Jezus gaf Zijn discipelen de opdracht: ‘Predik het evangelie. De blijde boodschap moet de wereld over, ze is bedoeld voor alle mensen’. Tijdens de 40 dagen na Zijn opstanding versterkte Jezus hun geloof, waardoor zij ‘krachtige getuigen’ werden.
Jezus instrueerde Zijn discipelen om in Jeruzalem te wachten op de belofte van de Vader: ‘Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden’. Lydia benadrukt dat Jezus Zijn werk vanuit de hemel voortzet. Bij zijn afscheid ‘heft Hij Zijn handen op en zegent hen’, terwijl Hij opstijgt en een wolk Hem verbergt. Twee engelen verklaren: ‘Zoals Jezus opgenomen werd, zal Hij ook terugkomen op dezelfde manier’.
In de hemel neemt Jezus plaats aan de rechterhand van God en verricht Hij het werk van een hogepriester. Lydia legt uit: ‘Hij houdt Zijn doorboorde handen omhoog voor God’ en bidt voor Zijn volgelingen. Jezus is met Zijn bloed ‘het heiligdom de hemel binnengegaan’. Hiermee blijft Hij als hogepriester betrokken bij de gelovigen op aarde. Lydia sluit af: ‘Wat een kracht en troost mogen wij vinden in de Hemelvaart van Jezus’.
De uitleg van de Bijbel,
speciaal voor kinderen
Ga naar ontdek de bijbel voor kinderen
