De bloederige oorlogen waarmee Israël het land Kanaan binnenkomt, worden besproken door Marcel Vroegop in het negende hoofdstuk van Ontdek de Bijbel. Nadat het volk de oorlogen heeft doorstaan, krijgt elke stam zijn eigen stuk land toegewezen. ‘De Bijbel wijst heel duidelijk op de slechtheid en de zonden van de inwoners van het land, zoals afgoderij, dronkenschap, prostitutie en kindoffers’. Dit waren alledaagse praktijken, en God roept Israël om deze zonden te stoppen.
Marcel legt uit dat God de koning is van Israël, en hij regeert hen via rechters, die als wetgevers en leiders fungeren. ‘Zolang het volk trouw is aan God gaat het goed met hen’, maar zodra ze ongehoorzaam worden, komen vijanden het land binnen. Wanneer ze zich weer tot God keren, stelt hij rechters aan om hen te bevrijden. De boodschap blijft hetzelfde: ‘Blijf trouw aan God, vertrouw op Hem en kies niet je eigen pad.’
Onder de profeet Samuel verlangt Israël naar een aardse koning, wat God diep raakt. ‘Hij is immers de koning van het volk,’ maar ondanks waarschuwingen, krijgt Israël zijn koning in de persoon van Saul. Na een veelbelovende start kiest Saul zijn eigen pad, en Samuel zoekt een opvolger in David, die ondanks zijn fouten de grote koning van Israël wordt.
Marcel gaat verder met de wijsheid van koning Salomo, die ‘bij God om wijsheid vraagt om het volk goed te leiden’. Na Salomo’s dood splitst het volk zich, en ‘goddeloosheid en ontrouw’ kenmerken beide koninkrijken. God straft het volk, maar doet dit ‘om hen te laten terugkeren en te behouden van groter kwaad’. In ballingschap brengt God profeten die een boodschap van hoop brengen, en uiteindelijk zal hij het verbond vernieuwen.
De uitleg van de Bijbel,
speciaal voor kinderen
Ga naar ontdek de bijbel voor kinderen
