De eerste kerstdag zag er heel anders uit dan we ons tegenwoordig voorstellen. ‘Er waren geen kerstbomen, geen lichtjes, geen diner of feestkleding,’ vertelt Lydia van Ginkel in dit hoofdstuk, maar de gebeurtenis zelf zou de wereld voorgoed veranderen. In Bethlehem ‘komt God onze mensheid binnen’ wanneer Jezus op een bovennatuurlijke manier door de Heilige Geest in de baarmoeder van Maria wordt ontvangen.
Lydia legt uit dat ‘Jezus zijn lichaam niet meebracht uit de hemel’, maar zijn geboorte ‘via de normale gang van de natuur’ plaatsvond. Het was ‘door de Heilige Geest’ dat zijn komst mogelijk werd. Zo begint God een nieuwe schepping, die de oude gevallen schepping in verbinding brengt met zijn volmaakte natuur. De woorden van de profeet Jesaja gaan in vervulling: ‘een maagd zal zwanger worden en een zoon zal baren, en zijn naam zal Immanuel zijn,’ wat ‘God met ons’ betekent.
Waarom werd Jezus geboren in Bethlehem? ‘Keizer Augustus gaf de opdracht voor een volkstelling,’ waardoor Jozef en Maria naar Bethlehem reisden om zich in te schrijven. Lydia wijst erop dat ‘Bethlehem de stad van koning David’ is en dat ‘de profeet Micha al voorzegde dat de Messias daar geboren zou worden.’
De geboorte van Jezus werd aan herders aangekondigd: ‘vannacht is in Bethlehem de lang beloofde redder voor de wereld geboren,’ zei een engel. Dit toont aan dat Jezus, die in de kribbe ligt, ‘het bewijs van Gods liefde voor een verloren wereld’ is. Lydia benadrukt: ‘Jezus kwam voor een gevallen mensenheid, om ons te redden, voor ons te sterven en ons een nieuwe toekomst te geven.’ Daarom vieren we kerst.
De uitleg van de Bijbel,
speciaal voor kinderen
Ga naar ontdek de bijbel voor kinderen
