André Meulmeester benadrukt dat Jezus na Zijn opstanding in 40 dagen aan meer dan 515 mensen verscheen. ‘Hij deed dat om Zijn volgelingen te overtuigen dat Hij werkelijk uit de dood is teruggekeerd’. Het getuigenis van de opstanding vormt ‘een van de meest krachtige getuigenissen van het christelijk geloof’.
André vertelt hoe Jezus, zoals Hij eerder had aangekondigd, verschijnt in Galilea, ‘een verachte provincie’. Toch koos Jezus dit gebied, want ‘in Galilea is het publieke optreden van Jezus begonnen’ en daar bracht Hij redding, vergeving en genezing. Hier, in een gebied van duisternis, verschijnt Hij ‘als de overwinnaar op duisternis en dood’ aan Zijn discipelen.
Een van de ontmoetingen vindt plaats bij het meer van Tiberias. Zeven discipelen gaan vissen, maar vangen niets. Een man op de oever, die later Jezus blijkt te zijn, roept hen: ‘Werp het net uit aan de rechterkant van het schip’. Tot hun verbazing vangen ze 153 vissen. Johannes herkent Hem: ‘Dit kan alleen Jezus zijn’. Bij aankomst op de oever zien ze dat hij een kolenvuur met brood en vis heeft bereid. André: ‘Geen twijfel meer mogelijk dat Hij echt is opgestaan’.
Bij een andere ontmoeting geeft Jezus Zijn discipelen het zendingsbevel: ‘Ga dan heen, trek erop uit… doop de mensen tot Mijn discipelen’. Jezus verzekert hen: ‘Ik heb alle macht in de hemel en op de aarde’ en belooft: ‘Ik ben met jullie alle dagen tot de voleinding van de wereld’. André benadrukt: ‘Het belangrijkste dat je in deze wereld kunt doen, is de ander deelgenoot maken van de geweldige liefde van God in en door Zijn Zoon Jezus Christus’.