Inleiding

De mens is een schepping van God! Wij zijn meer dan een stofje in het grote heelal en belangrijker dan een nummer in het grote systeem van deze wereld. Wij zijn gemaakt door God, de Schepper van hemel en aarde! Dat is een ‘eye-opener’! In het vorige hoofdstuk hebben we gezien hoe God alles goed, volmaakt en harmonieus heeft geschapen. Bij de schepping van hemel en aarde ging alles uitermate ordelijk. Die orde wordt ook zichtbaar in de schepping van de mens. Het is van (levens)belang om duidelijk te zien dat God de Schepper is van hemel en aarde en dat wij schepsels zijn. Dat geeft de juiste verhoudingen aan om over God te denken en te praten. Hij gaat onze dimensies te boven en Hij is groter dan wij. Toch wil Hij in een nauwe, intieme gemeenschap met mensen omgaan. Hij schiep de mens naar Zijn beeld. In deze les gaan we kijken hoe God de mens geschapen heeft.

Een schepsel van God!

De mens is het werk van Gods handen. De mens is meer dan een toevallige opeenhoping van atomen die toevallig allemaal bij elkaar passen en die we ‘mens’ noemen. De Bijbel vertelt ons dat de mens op unieke wijze door God geformeerd is uit het stof van de aarde. De mens is meer dan een hoogontwikkeld dier of een veredelde aap! De mens is net zo verschillend van de dieren als de dieren verschillen van de planten en de planten van de mineralen. Hoewel de mens in afmeting niet het grootste schepsel is, heeft God haar wel een unieke en eervolle plaats in de schepping gegeven. Dat blijkt wel uit de verantwoordelijkheid die de eerste mensen krijgen voor de schepping. Zij krijgen de opdracht om Gods schepping te bebouwen, te beheren, te bewaren en die te onderhouden. De almachtige God heeft op een door Hem bepaalde tijd de mens tot leven geroepen. En God geeft de mens een unieke plaats in Zijn schepping. God heeft de mens volmaakt geschapen. Honderd procent gaaf. Er mankeerde niets, er was geen gebrek. Niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk. De mens was verstandig en zedelijk, de mens deed en dacht precies in overeenstemming met Gods wil. De mens leefde ook volkomen naar de hoge moraal van God. De eerste mens voldeed precies aan het beeld van de Schepper. Als twee druppels water! Het is voor ons moeilijk om vanuit onze gebroken wereld de mens te beschrijven zoals die geweest is in het paradijs. Toch geeft de Bijbel ons een omschrijving. De Bijbel leert ons dat de mens geschapen is naar Gods beeld (Genesis 1:27). Wat wil dat zeggen?

Naar Gods beeld

God schiep de mens naar Zijn eigen voorbeeld. God drukte het beeld van Zichzelf af in de mens. Zoals een stempel de beeltenis van zichzelf afdrukt op het papier, zo drukte God Zijn beeld uit in de mens. Aan de mens kon je dus zien hoe God is. Met dit verschil dat God wel het origineel is en de mens de afdruk en niet andersom. Als we willen weten hoe die eerste mens geweest is moeten we dus kijken naar het wezen van God zoals we dat tegenkomen in de Bijbel. De mens was een volmaakte afspiegeling van Gods zuiver en heilig wezen! Hoe zag dat beeld er dan uit?

Hieronder een overzicht:

  • Gods eigenschappen
    de mens geschapen naar Gods beeld
  • Gods almacht
    het vermogen om heerschappij te hebben over de schepping
  • Gods alwetendheid
    het vermogen om God volmaakt te kennen
  • Gods trouw
    het vermogen om trouw te zijn aan God en elkaar
  • Gods rechtvaardigheid
    de mens stond in een rechte verhouding tot God en de medemens
  • Gods barmhartigheid
    het vermogen tot barmhartigheid voor elkaar
  • Gods heiligheid
    het vermogen om zuiver, rein en volmaakt te zijn in denken, doen en spreken
  • Gods liefde
    het vermogen om relaties aan te gaan en lief te hebben
  • Gods zorgzaamheid
    het vermogen tot het dragen van verantwoordelijkheden
  • Gods leiding
    het vermogen om elkaar te helpen en te leiden
  • Gods kennis
    het vermogen tot zelfbewuste rationaliteit
  • Gods goedheid
    het vermogen om morele keuzes te maken
  • Gods wijsheid
    het vermogen om creatief te zijn in denken en handelen
  • Gods gemeenschap
    het vermogen om in harmonie te leven met God en de medemens

God en mens leefden in volmaakte harmonie Adam en Eva kenden God. Ze wisten wie Hij was. Ze hadden geen karikatuur beeld van God, zoals wij dat vaak hebben. Ze kenden God omdat ze dagelijks met Hem leefden. De mens leefde in een volkomen rechte verhouding tot de Schepper. Niets negatiefs lag er tussen God en hen in. De mens kende geen kwaad en er was geen verdriet. Adam en Eva hoor den bij God en God hoorde bij hen. God zorgde voor hen, Hij beschermde en verzorgde hen. God gaf aan de mens de heerschappij over al het geschapene (Genesis 1:28). We kunnen ons nauwelijks een voorstelling maken van onze hoge af komst. Wat een rust en vrede heeft hier geheerst. Niet alleen de mens was totaal gelukkig en volledig tevreden. Ook God was tevreden met de mens! Toen God de mens geschapen had keek Hij ernaar: ‘En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed.’ (Genesis 1:31). Op dit punt in de wereldgeschiedenis leefden volmaakte mensen in een volmaakte omgeving in een volmaakte verhouding tot elkaar en in volmaakte harmonie met God! Alles was in een volmaakte orde, evenwicht en harmonie. Zo kwam heel Gods schepping tot het doel waartoe Hij het geschapen had. De eerste mensen waren geen robot, maar leefden in grote vrijheid. God gaf hen alle ruimte om gelukkig te kunnen leven.
God beschouwde de mens niet als een slaaf maar als een kind. Hij gaf hun een vrije wil om vrijwillig aan Hem te laten zien hoe veel ze van Hem hielden. Zo zou de liefde van twee kanten komen. God gaf hun deze mogelijkheid door middel van een afspraak, een gebod. Deze afspraak zou de mens de mogelijkheid bieden om liefde en gehoorzaamheid te bewijzen aan God en Hem zo te erkennen als de Schepper. Het werd een gebod waarin de grenzen tussen de Schepper en het schepsel veilig gesteld werden. Zo stelde God een ‘proefgebod’ in.

Het proefgebod

Een voorbeeld. Je houdt zielsveel van je kinderen en je geeft hen alles wat ze nodig hebben. Je probeert hen een goede opvoeding te geven en hen te verzorgen. Je hebt er alles voor over! Je legt wat geld van je krappe salaris opzij voor de studie en ze mogen nog een hobby hebben ook. Zelf moet je er wel eens iets voor laten, maar het is je niets te veel. Je doet het uit liefde voor je kind. Van jouw kant probeer je alle liefde en zorg aan te bieden aan het kind. Je hoeft er niets voor terug, maar het ontroert je hart als je kind thuis komt, op je knie kruipt en tegen je zegt dat je de liefste pappa of mamma bent van de hele wereld. Je bent zielsgelukkig als vervolgens je kind uit liefde en dankbaarheid gehoorzaam gaat doen wat je hem of haar vraagt. Dan komt de liefde van twee kanten! Jij houdt van je kind, je kind houdt van jou en dat is merkbaar. Liefde wordt zichtbaar in je houding! Iemand waar je veel van houdt wil je geen verdriet doen. Liefde moet blijken!
Zo is het ook met de afspraak van trouw die God overeenkwam met de mens. Adam en Eva leefden in volkomen harmonie met hun Schepper. En dat wilde God graag zo houden. Hij wist wat het betekende als de mens deze veilige orde en harmonie zou verlaten. Toch wilde God de mens niet dwingen tot liefde. Hij gaf hen de mogelijkheid vrijwillig te laten zien hoe lief zij God hadden. God richtte met Adam een verbond op. Een overeenkomst. Een verbond is een belofte tussen twee partijen die omgezet wordt in een formele en bindende afspraak, meestal in een ceremonie. Twee woorden zijn hier belangrijk: belofte en afspraak. Aan dit verbond was ook een afspraak, een proefgebod verbonden. Dat kun je lezen in Genesis 2:16-17 en ook in Genesis 3:1-3. God sloot aan het begin van de wereldgeschiedenis een overeenkomst met de mens. Een overeenkomst die gebaseerd zou zijn op wederzijdse liefde! God sluit een verbond met mensen God beloofde de mens dat ze voor eeuwig in het geluk en de gemeenschap met God zouden mogen delen, onder voor waarde van gehoorzaamheid en liefde. God beloofde dus dat de orde en de harmonie in de schepping in stand zouden blijven zolang de mens tevreden zou zijn met haar plaats in de schepping en haar liefde en gehoorzaamheid zou tonen aan God (Genesis 2:16-17). Geen slaafse gehoorzaamheid, maar een gehoorzaamheid in vrijheid, gebaseerd op hartelijke liefde. En zoals er in een verbond altijd een keerzijde is, zo waarschuwde God de mens voor de consequenties van het overschrijden van de grenzen. In dat geval zou orde veranderen in chaos. Harmonie zou veranderen in gebrokenheid. Vrede zou veranderen in opstand en leven zou veranderen in dood! God, Die vol liefde hier met de mens een verbond sluit, is een God Die ook volkomen heilig en rechtvaardig is. Bij verbreking van het verbond zou de mens onrechtvaardig handelen. In dat geval zou God rechtvaardig moeten straffen. Neem het voorbeeld van een rechter. Het zou toch dwaas zijn als een rechter bij een overtreding meteen het wetboek zou pakken, het betreffende wetsartikel er uit zou scheuren en in de kachel zou gooien om vervolgens de verdachte vrij te spreken. Van zo’n rechter kun je niet op aan! Hij is niet rechtvaardig. God is de recht vaardige God! Anders zouden we geen absolute norm, maatstaf of ijkpunt hebben. Als God veranderlijk zou zijn, zouden we nooit van Hem op aan kunnen. Bij God is geen enkele onzuiverheid en onrecht. En daarom stelde God terecht een straf op het niet gehoorzamen aan Hem. Hier sluit God als de Schep per een verbond met Zijn schepsel, de mens. ‘Oké, maar alleen Adam was daar toch? Wat hebben wij daar nu mee te maken?’, vraagt u zich misschien af. Let op! Uit Adam zou het hele mensengeslacht voortkomen. God had in Adam een verbond met het hele mensengeslacht. Met alle mensen dus! De gehoorzaamheid van Adam raakte alle mensen die uit hem geboren zouden worden. Bovendien, de vraag die God aan Adam en Eva stelde is de vraag die Hij ook aan ieder ander mens op deze wereld stelt. Een vraag om hartelijke liefde, gehoorzaamheid en het erkennen van God als onze Schepper. In hoeverre brengen wij dat volmaakt in praktijk? Deze dingen zijn heel belangrijk om de Bijbel goed te kunnen begrijpen.

Het paradijs

God gaf de mens de mogelijkheid uiting te geven aan zijn liefde en trouw tegenover God. Liefde moet blijken! De Bijbel beschrijft ons dat Adam en Eva leefden in het paradijs. Een schitterende hof die gelegen moet hebben in de delta van de rivieren de Eufraat en de Tigris (Genesis 2:8-15). Vanuit de Bijbel weten we dat dit een tuin was die bijzonder mooi is geweest. In het paradijs leefde de mens en genoot van de schitterende natuurpracht om zich heen. De prachtige bloemen, de vogels, de bomen en de planten, het schitterde allemaal van de heerlijkheid waarmee God het geschapen had. In deze hof stond in het midden een boom. God wees deze boom bij de mensen aan. Als Adam en Eva deze boom zagen dan wisten ze: ‘Wij horen bij God en God hoort bij ons. Wij zullen Hem lief hebben en Hem trouw blijven’. God zei tegen de mens dat ze alleen van deze boom niet mochten eten. God noemde die boom ‘de boom van kennis van goed en van kwaad’. (Genesis 2:9, 16-17). Denk als voorbeeld aan een trouwring. Uiteinde lijk is het maar een stukje edelstaal, goud. Maar de betekenis van die ring is heel belangrijk. Het is een teken van trouw en liefde tussen man en vrouw. Als een man of een vrouw er naar kijkt is het alsof die ring zegt: ‘Wij blijven elkaar trouw, wij horen bij elkaar, wij houden van elkaar’. Die waarde heeft God bedoeld met die boom in het paradijs. De boom is een gewone boom, het gebod is eenvoudig, maar de betekenis ervan raakt het wezen van de liefdesrelatie tussen God de Schepper en de mens als Zijn schepsel.

En nu?

Als we om ons heen kijken is er weinig meer van die schone harmonie uit het paradijs te vin den. Verdriet en ellende zijn niet weg te denken uit het leven. Hoe komt dat? Wat is er gebeurd? Hierover gaat het in de volgende les. De Bijbel geeft ons een duidelijk antwoord op de vraag waar alle ellende en verdriet vandaan komen. De wereld, zoals die zich tijdens het journaal aan ons voordoet, is niet in strijd met het beeld dat de Bijbel ervan schetst. Beiden laten een wereld zien waarin de mensen hun verantwoordelijkheden misbruiken, over grenzen gaan en tegen God in opstand komen. Het is goed om eerlijk een beeld te vormen van wat er is gebeurd. De Bijbel geeft ons antwoord op onze vragen. Het vertelt ons wat er aan de hand is. De Bijbel wijst ook een weg waardoor alles weer goed kan komen. God is niet alleen heilig en rechtvaardig, maar ook barmhartig en vol van liefde. God heeft een reddingsplan bedacht en ook uitgevoerd om de mens te redden uit het geweldige dilemma waarin we door eigen schuld terecht zijn gekomen. ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft!’ (Johannes 3:16). In de volgende les zullen we zien hoe fataal de gebeurtenissen in die eerste wereld zijn verlopen en hoe God de mens desondanks niet afschrijft of in de steek laat, maar Zijn oneindige liefde tot uiting brengt.

De uitleg van de Bijbel,
speciaal voor kinderen

Ga naar ontdek de bijbel voor kinderen
Ontdek de bijbel voor kinderen

Vragen over de Bijbel? Stel ze gerust!

We kunnen ons voorstellen dat er vragen bij je bovenkomen tijdens je ontdekkingstocht. Als wij je kunnen helpen dan doen we dat graag.

Laat een reactie, opmerking of vraag achter via ons contactformulier. Dan zullen we daar zo snel mogelijk op antwoorden.

Stel je vraag