Kinderen vinden hun verjaardag heel spannend. Dagen en soms zelfs weken van tevoren kijken ze daarnaar uit. Niet in de minste plaats om de cadeaus die ze dan krijgen. Soms proberen ze eerder hun cadeaus te krijgen. Maar dan zeggen de ouders: ‘Je moet nog even geduld hebben. Je krijgt het pas als je jarig bent. Dan is iedereen erbij en kunnen we er allemaal van genieten’. Zo was het ook in de periode tussen Hemelvaart en Pinksteren. Jezus was met Zijn menselijk lichaam naar de hemel gegaan. Maar Hij beloofde ook Zijn Heilige Geest te zullen sturen om hier op aarde in de harten van de gelovigen het geloof uit te werken en te versterken. Na de Hemelvaart gingen de discipelen terug naar Jeruzalem. De lege plaats die ontstaan was door het vertrek van Judas werd ingenomen door Matthias (Handelingen 1:15-26). Verder waren er bij de discipelen een groep van 120 gelovigen. Ze waren in liefde bij elkaar, biddend om de komst van de Heilige Geest (Handelingen 1:14). Jezus Zelf had Zijn discipelen daartoe opdracht gegeven. ‘En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden.’ (Lukas 24:49) Toen brak de dag van het Pinksterfeest aan.
Het Pinksterfeest
Pinksteren was voor de Joden een groot vreugdefeest! Het was het oogstfeest, waarop de eerste vruchten van de oogst als een offer aan de Heere in de tempel werden gebracht. (Leviticus 23:15 – Numeri 28:26 – Deuteronomium 16:9). Dit offer werd gebracht in de vorm van twee broden, bereid uit het allereerste en het allerbeste graan. Het Pinksterfeest werd zeven weken, 50 dagen, na Pasen gevierd. ‘Pinksteren’ betekent ‘vijftigste’ dag. Je begrijpt dat voor deze gelegenheid veel mensen uit allerlei landen naar de tempel in Jeruzalem kwamen om dit feest mee te beleven. Deze mensen zouden allemaal getuige zijn van het grote feit van de uitstorting van de Heilige Geest. Zo zou dit feest niet alleen bestemd zijn voor de twaalf discipelen of voor de 120 gelovigen die met de discipelen samengekomen waren, maar voor een grote menigte uit allerlei streken. Daarom kwam de Heilige Geest dan ook op het Pinksterfeest. Toen het volk was samengekomen in de tempel, zijn offers bracht en heel het tempelplein vol met mensen was, brak het moment aan. (Handelingen 2:1) De discipelen waren in de bovenzaal in Jeruzalem bij elkaar op de Pinksterdag. Ineens begon het geweldig te waaien. Een krachtige wind stak op. Toch begonnen er geen deuren te slaan of bomen te kraken. Alleen het geluid was te horen. De natuur bleef verder rustig, maar er was wel een ‘geluid als van een geweldige windvlaag’ (Handelingen 2:2). Het kwam uit de hemel. Het was zo krachtig dat het hele huis vervuld werd met dat geluid. Tegelijkertijd verschenen er tongen als van vuur (Handelingen 2:3). Deze tongen verplaatsten zich over een ieder van hen. De discipelen zagen het bij elkaar. Terwijl de discipelen daar stonden, voelden ze dat in hun hart de ‘kracht uit de hoogte’ kwam, zoals Jezus voorzegd had. (Lukas 24:49) Ze werden allen ‘vervuld’ met de Heilige Geest. Dat betekent dat ze er helemaal vol van waren. Toen brak het moment aan dat de discipelen zouden gaan getuigen van de grote werken van God!
De tekenen met Pinksteren
Als wij aan mensen iets duidelijk willen maken gebruiken wij een plaatje, een illustratie. Door het zien van het plaatje en het horen van de uitleg wordt ineens de betekenis veel duidelijker. Jezus Zelf heeft ook veel gebruik gemaakt van voorbeelden tijdens Zijn publieke optreden op aarde. Hij sprak bijvoorbeeld over het zaad, over een wijnstok en ranken, over een onrechtvaardige rechter en Hij vertelde de gelijkenis van de weggelopen zoon (Mattheüs 13:1-23). Ook op het Pinksterfeest gaf Jezus, naast het gesproken woord, een teken om de betekenis duidelijker aan te geven. • De wind: Jezus wilde een hoorbaar teken geven. Geen knal of een dreun, maar wind. Wel een hevige wind. En hoe geweldig de wind ook waaide, toch was er geen gekraak van bomen te horen. In de Bijbel lezen we van ‘het geluid als van een geweldige windvlaag’. (Handelingen 2:2) Wat kon beter de onweerstaanbare kracht van de Heilige Geest uitbeelden dan de wind? ‘De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid; maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat.’ (Johannes 3:8) Zo is het ook wanneer de Heilige Geest iemands leven binnenkomt. • Tongen van vuur: Daarnaast gaf God nog een teken. Er werden tongen gezien als van vuur. Die tongen waren zichtbaar op de hoofden van de apostelen. Hier werd vervuld wat staat in Mattheüs 3:11: ‘Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.’ Zoals de wind iets zegt over het werk van de Heilige Geest doen deze vurige tongen dat ook. Vuur verzengt en verteert. Vuur zet alles in vlam. Ook dat is een beeld van de Heilige Geest. Hij loutert en heiligt. De Heilige Geest overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16:7-11). Hij laat mensen de liefde van God zien, die Hij had toen Hij Zijn eigen Zoon gegeven heeft als een offer voor de zonden. De Heilige Geest past toe wat Jezus verdiend heeft aan het kruis. Hij werkt en versterkt het geloof in de harten van de gelovigen. De Heilige Geest zet mensen in vuur en vlam voor God. Deze tekenen waren echter alleen maar uiterlijke tekenen. De tekenen waren bedoeld om de aandacht van de mensen te trekken. Het ging echter om de vervulling met de Heilige Geest in de harten. Jezus heeft gedaan wat Hij heeft beloofd. Hij heeft de Heilige Geest gestuurd naar deze aarde om in de harten van de gelovigen te wonen en te werken. De zonde maakt scheiding tussen God en mensen. Maar door het offer van Jezus Christus kunnen mensen weer verzoend worden met God en is de weg weer open. Door Jezus is het mogelijk dat de Geest van God weer in mensen kan wonen en werken. Dat is de betekenis van Pinksteren. Zoals Jezus met Kerstfeest lichamelijk naar deze aarde kwam, zo is met Pinksteren de Heilige Geest naar deze aarde gekomen. De uitwerking van Pinksteren Wat er op deze pinkstermorgen gebeurde kon niet verborgen blijven. Hoewel de komst van de Heilige Geest soms heel ongemerkt kan zijn, werkt het altijd iets uit en wordt het zichtbaar! Ook bij de discipelen kwam naar buiten wat er was gebeurd. Vervuld met de Heilige Geest konden ze niet langer meer zwijgen. Hun tongen werden los gemaakt en ze begonnen de Heere te loven en te prijzen. ‘En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.’ (Hand. 2:4) Ze sloegen geen wartaal of onordelijk geraas uit, maar een ordelijk, helder, verheven en plechtig spreken. De mensen hoorden verwonderd dat de discipelen in een voor ieder verstaanbare taal spraken. Opnieuw een wonder. ‘Parthen, Meden en Elamieten en zij die inwoners zijn van Mesopotamië, Judea, Cappadocië, Pontus en Asia, Frygië, Pamfylië, Egypte, en de streken van Libië, dat bij Cyrene ligt, alsook de nu hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken.’ (Handelingen 2:9-11) Aangenomen wordt dat de discipelen hier een universele taal spraken door de Heilige Geest en dat de Geest gaf dat mensen die taal verstonden. De taalbarrière viel hier dus voor een moment weg. De reden daarachter was dat de boodschap van het blijde Evangelie de hele wereld in moest. De boodschap van het Evangelie mocht niet beperkt blijven tot een klein groepje gelovigen. Pinksteren was het startsein om het Woord van God te brengen aan alle volken, talen, naties en tongen. Daar werd meteen een begin mee gemaakt. Straks zouden al deze mensen hun ervaringen vertellen aan de mensen in hun woonomgeving. Zo kreeg Pinksteren grote gevolgen. Het Woord ging de wereld in. Zo kreeg de Geest ineens een groot werkterrein. Geen taal, ras, volk of geslacht is een begrenzing voor de Heilige Geest. Pinksteren is het feest van de uitstorting van de Heilige Geest! Zoals Jezus beloofd had, werden de discipelen vervuld met de Heilige Geest (Johannes 16). Door de kracht van de Heilige Geest zou ook de prediking van de discipelen vrucht gaan dragen. De omstanders reageerden vol ontzetting en verbazing. Maar er werd ook gespot met het werk van de Heilige Geest (Handelingen 2:12-13). Er waren mensen die riepen dat de discipelen dronken waren.
De toespraak van Petrus
Petrus ging staan en wees de spotters terecht (Handelingen 2:14-36). Hij legde uit dat de Heilige Geest was uitgestort op de discipelen, zoals voorzegd was door de profeet Joël in het Oude Testament. ‘Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten.’ (Joël 2: 28 en 29) Petrus ging verder met zijn toespraak en haalde de woorden aan uit Psalm 16:8 en Psalm 132:11. (Handelingen 2:25-31) In deze psalmen sprak David, de Koning van Israël, over de opstanding van de Messias, Die komen zou. Petrus bewees vanuit de Schriften dat Jezus van Nazareth (die de joden hadden gekruisigd) inderdaad de Heere en Heiland was. Hij wees de mensen erop dat ze de Messias hadden verworpen Die hen beloofd was. Petrus drong er bij zijn hoorders op aan om zich te bekeren en in Jezus Christus te geloven. Alleen door echte bekering van het hart kan vergeving ontvangen worden van de zonden. Tevens ontvangen degenen die zich bekeren, net als de discipelen, de bijzondere gaven van de Heilige Geest. ‘Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.’ (Handelingen 2:38) In Handelingen 2 vers 39 maakt Petrus duidelijk dat het aanbod van schuldvergeving en redding gedaan wordt aan iedereen die de boodschap hoort. Als wij de Bijbel bestuderen wordt ook aan ons voortdurend dit aanbod gedaan. God biedt ons Zijn verlossingsplan aan. Zoals Petrus aandrong bij de mensen om het Evangelie te geloven, zo dringt de Bijbel er ook bij ons op aan. Jezus Zelf nodigt ons door Zijn Woord en door Zijn Geest uit om met al onze zonden en schuld tot Hem te komen en onze zonden te belijden. Dan wil Hij ook vergeving geven en mogen we de vrijheid en de blijdschap van het christelijke geloof ervaren in ons hart. De boodschap van Petrus is samen te vatten in drie punten: 1. Schuldbelijdenis 2. Geloof in Jezus 3. Leef vanuit het geloof Petrus wees op het ongeloof van de mensen. Ze hadden Jezus verworpen en zo hun eigen verlossing en zaligheid tegengewerkt. (Handelingen 2:36) Buiten Jezus kan geen mens voor God bestaan en rust de toorn van God op een ieder. Het tweede is: geloof in Jezus. Het gaat om de bekering van ons innerlijk. (Handelingen 2:38) God heeft het behoud van ieder mens op het oog. Alleen door het offer van Jezus is er weer een weg terug tot God. Dan is er vergeving van zonden en ontvangen we de gaven van de Heilige Geest. Ten slotte is het derde, waar Petrus op wijst, het leven vanuit het geloof! Dan is er liefde, vrede, blijdschap, verzoening en aanbidding (Galaten 5:22). Dan beantwoordt ons leven weer aan het doel waar God ons voor geschapen heeft.
De Heilige Geest werkt de boodschap uit
De boodschap van Petrus had zijn uitwerking. De mensen die de boodschap hoorden, werden verslagen in hun hart (Handelingen 2:37). Hun ogen werden geopend. Ze zagen in wat zij gedaan hadden. Ze hadden het middel dat God gegeven had om weer met Hem verzoend te worden verworpen. Ze hadden Jezus veracht en Hem zelfs gedood. Ze hadden het verlossingsplan van God afgewezen en de deur naar God in het slot gegooid. Nu bleef er niets anders over voor hen dan voor eigen rekening voor God te staan. Dat betekende een welverdiende straf. Eerst waren hun ogen daarvoor gesloten, maar nu zagen ze het. Anders gezegd: de Heilige Geest liet het hen zien. Dit was een duidelijk bewijs van het werk van de Heilige Geest. Wat een ontdekking deden deze mensen hier. Ze waren verslagen. Geschokt in hun hart, staat er in de Bijbel. Ze waren zonder verzoening in Jezus en schuldig tegenover God! Het leven was voor deze mensen ineens heel ernstig geworden. Het was dus óf door het geloof in Jezus genade en vergeving ontvangen door het bloed en het offer van Jezus, óf Hem verwerpen en op eigen benen voor God blijven staan met alle consequenties daarvan. Schuldig tegenover de allerhoogste God! ‘Deze Jezus, Die u gekruisigd hebt’. (Handelingen 2:36) Verslagen hoorden de mensen deze woorden aan. Door ongeloof dachten ze dat ze het verlossingsaanbod van God in de Heere Jezus niet nodig hadden. Ze leefden hun leventje zonder God. Ze leefden alsof er geen verzoening met God nodig was. Hoeveel mensen leven ook vandaag zo? Ze hebben het verlossingsplan van Jezus niet nodig. Ze hebben geen verzoening nodig voor hun schuld bij God. Ze hebben geen brug nodig over de oneindige kloof die er is tussen God en hen. Ze hebben geen Borg nodig en geen (be)Middelaar. En het ergste is dat de meesten zich niet realiseren dat ze zo leven. Daarom is het ook vandaag belangrijk dat mensen kennis nemen van deze werkelijkheid. Daarom moeten deze dingen vandaag, net als bij Petrus op de Pinksterdag, verteld worden. De boodschap van het Woord van God moet de wereld in. Mensen moeten weten dat ze in relatie staan tot God, de Schepper van hemel en van aarde. Ieder mens moet weten dat er verlossing is in Jezus (2 Korinthe 5:14). Laat het op je inwerken! God heeft Zijn Zoon naar deze wereld gestuurd om een brug te slaan, om de openstaande schuld te betalen. Hij gaf Zijn leven en stond weer op uit de dood, zodat verloren mensen weer gered kunnen worden. (2 Korinthe 5:20-21). ‘Wat moeten we doen om zalig te worden’? De mensen waren verslagen en geschokt! Ze vroegen aan de discipelen: ‘Wat moeten wij doen, mannen broeders?’ (Handelingen 2:37) Hoe kan het in ons geval weer goed komen tussen God en ons? Het antwoord van Petrus was: ‘Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.’ (Handelingen 2:38) Ze moesten hun leven veranderen. 180 Graden draaien! Dat betekent: het oude leven verlaten en een nieuw leven beginnen. Van een leven zonder God nu gaan leven vanuit een levende relatie door het geloof in Jezus. Een nieuw leven met nieuwe doelen en nieuwe prioriteiten. De Heilige Geest werd uitgestort op Pinksteren. En het werk van de Heilige Geest is om het geschenk van de vergeving, vriendschap en leiding van Jezus uit te werken in de harten van mensen. Dan ervaar je heel persoonlijk vrijspraak, vergeving van zonden en eeuwige vrede (Romeinen 5:1). Dan wordt je leven totaal veranderd. Dan mag je leven vanuit een levende relatie met Jezus. Dat is het doel van ons leven. Op deze schitterende Pinksterdag kwamen drieduizend mensen tot geloof en zij bekeerden zich (Handelingen 2:41). Bijzondere mensen…? Welnee, gewone mensen. Schuldige mensen! Maar ze waren door het geloof de waarde van het offer van Jezus gaan zien. Daarin lag voor hen de bevrijding. Ze waren verlost en bevrijd van de zonde en van de duivel en leefden in de vrijheid die er is voor de kinderen van God. Pinksteren was het feest van de oogst. Vanaf dat moment ging het Woord van God de wereld in en werd een andere oogst binnengehaald, namelijk de oogst uit de mensen. De Heilige Geest zal tot aan de laatste dag doorgaan om mensen te overtuigen van hun relatie tegenover God en hen tot Jezus brengen. En dat gebeurt tot op de dag van vandaag. Ook in deze dagen zullen er mensen tot geloof komen. En dat alles op grond van het offer van Jezus.
Tot slot
In Openbaring 7:9-12 staat: ‘Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties en stammen en volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden, en palmtakken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van Hem Die op de troon zit, namelijk van onze God en van het Lam! En alle engelen stonden rondom de troon en de ouderlingen en de vier dieren. Zij vielen vóór de troon neer op hun aangezicht en aanbaden God, en zeiden: Amen. De lofprijzing en de heerlijkheid en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.’ Een menigte die niemand tellen kan. Mensen die door het geloof de blijdschap hebben ervaren van een levende relatie met Jezus. Mensen die weten dat Jezus ook voor hen Zijn leven gaf aan het kruis. Pinksteren is het feest van de oogst. Een geweldige oogst zal zichtbaar worden als Jezus terugkomt. Dan zal blijken dat er een menigte is die niemand tellen kan. Een menigte die behouden is door het geloof in Jezus. De vraag is: bent u daar ook bij? Met deze vraag sluiten wij deze les over Pinksteren af. Geef eerlijk antwoord op deze vraag. Het gaat om uw eeuwige bestemming.
De uitleg van de Bijbel,
speciaal voor kinderen
Ga naar ontdek de bijbel voor kinderen
